“Een jongensdroom die uitkomt”. Zo omschreef Tiny Sanders zijn aanstelling als algemeen directeur van PSV in 2010. Benieuwd hoe hij daar nu op terugkijkt. Onder zijn bewind werd er een succesvolle saneringsactie uitgevoerd en staat PSV er financieel weer prima voor, maar sportief is het de afgelopen jaren een drama geweest. Na twee derde plaatsen in de competitie moest het vorig seizoen allemaal gaan gebeuren. Om het honderdjarig bestaan luister bij te zetten, zou voor het eerst sinds 2008(!) de titel weer richting Eindhoven gaan. Daarvoor werden zwaargewichten als Dick Advocaat en Mark van Bommel binnengehaald, maar vergat men voor het gemak twee centrale verdedigers van enig niveau binnen te halen. Volgens technisch manager konden Marcelo en companen het niveau gemakkelijk aan. Na het missen van de titel ging ook de bekerfinale verloren. Dat was niet zo lang nadat Sanders openlijk had verklaard dat er structureel iets mis was binnen de spelersgroep. “Ze vertonen soms vreemde trekken” sprak de directeur ontstemd. Daarom werden er gedragsdeskundigen aangesteld om niet alleen de spelersgroep, maar ook het andere personeel eens goed tegen het licht te houden. Een methode welke Sanders tijdens zijn lange carrière in het bedrijfsleven ergens had opgepikt, maar die binnen PSV absoluut verkeerd viel. De toch al broze sfeer na de nodige rigoureuze ingrepen op management en lagere niveaus bereikte een dieptepunt, zo bleek onlangs uit een intern rapport. Tot grote verbazing van Tiny Sanders lekte dit rapport uit. Niet heel erg vreemd als je ziet hoeveel mensen aan het rapport hadden gewerkt, maar Sanders dreigde de “lekker” met een levenslang stadionverbod. Hetgeen eens temeer duidelijk maakte dat Sanders niet uit de voetbalwereld komt. Over zijn carrière in het bedrijfsleven verschijnen altijd de succesverhalen bij grote organisaties als Mars en Campina, maar wordt er weinig aandacht besteed aan zijn drieënhalf jaar bij HCS. U weet wel, die voormalige hoofdsponsor van Feyenoord, die de ploeg uit Rotterdam-Zuid bijna in zijn faillissement met zich mee trok. Net voor de ondergang was Sanders vertrokken, maar ruim drie jaar was hij financieel directeur. In een van de schaarse interviews over die periode liet hij 2002 optekenen dat er “dingen in de boekhouding waren gebeurd die toen niet ongebruikelijk waren, maar waarvoor je nu in de gevangenis zou belanden”. Zaken die voor zijn aanstelling waren gebeurd. In datzelfde interview vertelde hij dat leiderschap om drie v’s draait: vertrouwen, visie en voorwaarden scheppen. Precies de factoren die er volgens het interne rapport op dit moment ontbreken. In Amsterdam had dit allang tot een paleisrevolutie geleid, maar in Eindhoven blijft het nog relatief rustig. Toch iets van Brabantse gemoedelijkheid of komt het door het enorme netwerk wat Sanders door de jaren heeft opgebouwd en mag hij zijn laatste contractjaar uitdienen? Peter Swinkels, voorzitter van de Raad van Commisarissen van PSV, is namelijk een van zijn vele goede contacten. Zelf werd Sanders overigens vorige week nog voorzitter van zo’n raad bij het Muziekgebouw Eindhoven. Ongetwijfeld om even weg te dromen. Weg van de nachtmerrie die PSV heet.